Het spoelen is een bewerking die na elke stap in een voorbehandeling noodzakelijk is om resten van chemicaliƫn van een processtap te verwijderen. Hiermee wordt ook voorkomen dat deze chemicaliƫn een volgende processtap kunnen verontreinigen. De meeste spoelingen worden gedaan met leiding- of bronwater.
De conversielaag (bijv. een fosfaatlaag of een chromaatlaag) wordt aangebracht om de hechting van een (poeder)coating te verbeteren en heeft ook een corrosiewerende werking.
Wordt er bij de laatste spoeling bijv. leidingwater gebruikt dan zullen er na het drogen meer of minder zouten achterblijven op de conversielaag (afhankelijk van de hardheid van het water). Deze hebben een negatieve invloed op de hechting. Daarnaast kunnen deze zouten onder een coating, vanwege de hygroscopische werking, vocht aantrekken door een coating heen. Hierdoor kan vroegtijdige corrosie ontstaan.
In een vochtig, corrosief klimaat is de demi-spoeling (spoeling met gedemineraliseerd water) dus erg belangrijk. Worden de producten in een droge (binnen)omgeving geplaatst dan speelt de inwerking van vocht geen rol en zou men kunnen overwegen geen demi-spoeling toe te passen. Men moet dan wel rekening houden met de kans op een verminderde hechting van een (poeder)coating.
In een aantal normen voor het aanbrengen van conversielagen wordt spoelen met gedemineraliseerd (of gede-ioniseerd) water aanbevolen of zelfs voorgeschreven.
Datum: juli 2016